SlimCirculair Innovatiebijeenkomst: doen = actie (VERSLAG)

BouwCirculair organiseerde 18 april 2018 in het Dominicanenklooster, hartje Zwolle, de vierde SlimCirculair Innovatiebijeenkomst. Bijna honderd deelnemers waren op de bijeenkomst afgekomen. Provincie Overijssel was gastheer. De bijeenkomst, met op het programma vijftien pitches met innovaties, werd geopend door Daaf de Kok van BouwCirculair.

Lees verder

Een bijzondere locatie met een passende symboliek, aldus De Kok: “We zitten in de refter, de kantine van het klooster. De naam refter wil zoveel zeggen als: ruimte om te herstellen. Dat is precies wat wij met BouwCirculair beogen. De maatschappij herstellen door te innoveren.”

Ruim vijftig innovaties
BouwCirculair had een longlist van ruim vijftig innovaties opgesteld. Daaruit was een selectie gemaakt van vijftien innovaties die tijdens de bijeenkomst in Zwolle kort werden gepresenteerd door de inzenders (pitches van 7 minuten). Voordat de eerste ronde met pitches van start ging, kreeg gastheer Overijssel het podium om het circulariteitsbeleid van de provincie toe te lichten.

Launching customers
BouwCirculair is blij met overheidspartners, zoals Provincie Overijsel, zei De Kok in zijn introductie: “Innovaties ontwikkelen is èèn, de vertaling naar de praktijk is stap twee. Daar heb je launching customers voor nodig, zoals Overijssel, partijen die daadwerkelijk vooruit willen met circulariteit en bereid zijn om innovaties te faciliteren.”

Earth Overshoot day
Overijssel maakt werk van circulariteit ook in infra. In 2017 startte de provincie met het Team Circulaire Infrastructuur. Henny ter Huerne, lid van dat team, vertelde in zijn bijdrage over aanleiding, tools en toepassingen. Earth Overshoot day was voor hem een van de eyeopeners om met circulariteit aan de slag te gaan. “We consumeren met z’n allen veel meer dan wat de aarde aankan. De mate van overconsumptie is vastgelegd in Earth Overshoot day. Dat is de dag – vanaf 1 januari geteld – waarop een land net zoveel van de aardse grondstoffen, voedingswaren, en dergelijke heeft opgebruikt als wat de aarde in één jaar tijd kan opbrengen en aan afvalstoffen kan verwerken.

Voor Nederland ligt de Earth Overshoot day op 1 augustus. Nog even en Nederland consumeert per jaar bijna tweemaal zoveel als de aarde op kan brengen. Nog dramatischer is het verbruik van de gehele wereldbevolking. We eten per jaar met z’n allen vier aardes op. De vraag is urgent: hoe krijgen we het noodzakelijke evenwicht terug?”

Regionale Transitie Agenda’s
De eerste stappen zijn gezet. In 2050 moet Nederland 100 procent circulair zijn. Uitgangspunt hierbij is het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 dat het kabinet in september 2016 heeft gelanceerd. Hieruit zijn de Nationale TransitieAgenda’s voortgekomen. Die op hun beurt weer zijn doorvertaald naar Regionale Transitie Agenda’s (RTA), zoals ook in Overijssel is gebeurd. In 2018 heeft de provincie een RTA opgesteld en bekrachtigd. “Met die agenda’s gaan we preventie, hergebruik en recycling op korte termijn (2018/2019) concreet maken.”

De provincie heeft de volgende doelstellingen geformuleerd:
1. Hergebruik van primaire grondstoffen in 2019 van 20%
2. Recycling Primaire grondstoffen in 2019 van 40%
3. Preventie implementatie vanaf 2020
4. Primaire materialenpaspoort wegen 2020
5. 5% CO2 besparing per jaar vanaf 2019

Green Deal Duurzame GWW
Henri Bijkerk nam het stokje over van collega-teamlid Ter Huerne. Overijssel is ondertekenaar van de Green Deal Duurzame GWW. Bijkerk legde uit hoe je de daaraan verbonden ambities in de praktijk waarmaakt. Uitgangspunt is om een evenwicht te vinden tussen de behoefte van alle burgers en milieuambities. Overijssel werkt met twaalf prestatiethema’s. Het evenwicht daarin wordt zichtbaar gemaakt aan de hand van een ambitieweb en het doorrekenen gebeurt met DuboCalc.

Doen is actie
Cor Geense, van het Team Circulaire Infrastructuur, ging in op de organisatorische en sociale aspecten van Overijssel op weg naar 100 procent circulariteit. Zenden, ontvangen en elkaar begrijpen, zijn volgens Geense noodzakelijk om verder te komen met circulariteit. “Alle bootjes dezelfde richting opkrijgen door horizontale en verticale communicatie.” Van belang is – aldus Geense – dat je het gewoon doet: “Doen is actie.” In Overijssel heeft dat geleid tot een shortlist van 15 projecten. Een greep: toepassen van grasbetontegels (wereldprimeur), plastic road, road as a service (met DuraVermeer), en refurbishing zoutstrooiwagens (door NIDO).

Eerste ronde pitches
Het lijstje met vijftien projecten in Overijssel was een mooi bruggetje naar de pitches. De presentatie van vijftien innovaties (inclusief terugblikken op twee innovaties van vorig jaar) waren divers, maar hadden èèn ding gemeen: tools en producten om circulaire ambities te vertalen naar de praktijk.

Job van Roekel, Easypath, opende de eerste ronde met pitches. Easypath ontwikkelde betonnen fietspadelementen met zonne-energie. De betonnen elementen worden samengevoegd met een kunststof wig. Het fietspad is een legosysteem dat je snel uit elkaar kunt halen en elementen kun je elders weer gebruiken en samenvoegen, aldus Van Roekel. https://easypath.nl/

Nynke ter Heide, Vidabo, is gespecialiseerd in de toepassing van data science. “Data science draait om inzichten uit data halen. Die inzichten helpen bedrijven of andere organisaties in de bouw- en infrasector om betere beslissingen te nemen. Ook op het gebied van circulair bouwen biedt data science interessante mogelijkheden. Als je tijd en geld investeert om meer circulair te bouwen, dan helpt data science de meeste winst uit je investering te halen.”

Tynke van den Heuvel begon twee jaar geleden met Studio WAE. Met als missie: uit afvalstromen waardevolle producten maken. Studio WAE ontwikkelde onder andere Isometrische circulaire betonbestrating. In Escher motief samengevoegd worden deze tegels zonder opsluitbanden toegepast. Dat betekent minder materiaalgebruik en minder stenige oppervlakte (goed voor waterretentie).

Interview pitcher 2018
Ralph Venema, ESHA Infra Solutions, pitchte tijdens de SlimCirculair Innovatiebijeenkomst in 2018. De Kok vroeg hem naar zijn ervaringen sindsdien. “De markt is al heel ver met circulariteit. Bij de overheid zie je een enorme bewustwording. Van belang is dat we voor elkaar openstaan en bereid zijn om gezamenlijk op te trekken. Wij constateren enige huivering als het gaat om invoering van innovaties. Na de presentatie van vorig jaar heeft ESHA 100 procent biobased bindmiddel ontwikkeld om in asfalt toe te passen, als vervanging van bitumen. Dat kan dus nu al maar de overheid moet dan wel open staan voor dergelijke innovaties.”

Tweede ronde pitches
Piet Zijlstra, PolyCiviel, initiatiefnemer van BuildinG Innovatie proeftuin op Zernikecomplex Groningen, ontwikkelde CO2-absorberende, geluidsisolerende asfalt met een licht reflecterende laag, al dan niet op een fundering van schuimglas. De volgende stap zet Zijlstra met waterdoorlatende asfalt met een waterbergende fundering.

Penny Pipilikaki, TNO, ontwikkelde het cement gebonden asfalt Flexbeton, een betonproduct met een langere levenscyclus en uitstekende functionele prestaties. Inmiddels uitvoerig getest (betonmateriaaltesten, op druk- en buigsterkte – en asfaltmateriaaltesten op treksterkte, stijfheid en vermoeiing) presteert Flexbeton adequaat en maakt dit betonproduct tot een uitstekend materiaal voor wegen met een aanzienlijk langere levensduur, aldus Pipilikaki. “Asfalt en beton hebben veel nadelen. Flexbeton is het gewenste droomproduct. Het combineert het comfort van asfalt en de duurzaamheid van beton.”

Bas Mentink, RoyalHaskoningDHV, ging in op de actuele stand van DuboCalc, een tool om MKI-waarde van projecten te berekenen en te vergelijken.

Volker Ruitinga, Vertico, is gespecialiseerd in 3D betonprinting. Ruitinga liet zien dat 3D betonprinting gecombineerd met slimme ontwerpprogrammatuur kan leiden tot aanzienlijk materiaalbesparing. De output van de ontwerpen is geheel in lijn met biomimicry, de basisprincipes van natuurlijke, organische structuren. Ruitinga liet aan de hand van een brug zien wat de combinatie van ontwerp en 3D printing op kan leveren: een fraai kunstwerk met een bioform constructie.

Roger Feller, Kragten, vertelde over de Cradle to Cradle rotonde in Venlo. C2C is ook mogelijk in infra, dat toont dit project aan. Kragten is een adviesbureau en maakt in feite niks, aldus Feller. “Als adviseur hebben wij allerlei partijen betrokken bij dit project, we zijn gaan verbinden, hebben een samenwerkingsketen gevormd. Er waren veel beren op de weg maar we zijn gewoon begonnen. En het resultaat is uitstekend, en geeft de laatste stand in wat nu al mogelijk is in C2C infra.”

Ronald Kok, UVS Industry Solutions, pitchte over smart sensor technology, draadloze sensoren die data generen waarmee je onder andere kunt voorspellen wanneer onderhoud nodig is aan infra.

Interview pitcher 2018
Daaf de Kok interviewde Peter Kreukniet, Insert, pitcher tijdens de Innovatiebijeenkomst in 2018. “Insert is een non-profit organisatie van twaalf cofounders (sloop-, civiele en groenbedrijven) die in netwerkverband samenwerken en kennis delen, en die een on-line marktplaats hebben opgezet om materialen uit te wisselen. Op de Insert markplaats vind je nu zo’n 8000 stuks materialen. Veelal uit gebouwen, maar binnenkort maken we de stap naar civiel en groen. We werken met STABU en praten met Madaster om aansluiting te vinden op het materialenpaspoort. Ook zetten we in op refurbishment.”

Derde ronde pitches
Rinke Veld, Struyk Verwo infra, producent van stenen en tegels met geopolymeren als bindmiddel. Geopolymeren vervangen cement als bindmiddel en dat levert een enorme CO2 reductie op. CERO, de naam van dit product, is 100 procent herbruikbaar. Struyk Verwo infra is licentiehouder van SQAPE technologie, en verwerkt geopolymeren in de onderlaag van tegels, de bovenlaag is traditioneel opgebouwd.

Youri Dirne, Rotim Lightweight Solutions, vertelde over het Geocell RED Systeem, als oplossing voor plekken waar een dynamische belasting plaatsvindt op een minder draagkrachtige ondergrond. De lichtgewicht fundering is opgebouwd uit een materiaal van lichtgewicht geblazen glas.

André van der Vegt, Dura Vermeer, richt zich net als Smallenburg, op hergebruik van bruggen. Dura Vermeer kreeg bij een project in Vianen de vraag of een brug die vrij kwam niet opnieuw ergens gemonteerd kon worden. Dat was aanleiding om intern het project De circulaire brug op te starten. Door de brug in modules op te knippen, en de aankleding te variëren wordt de afzet aantrekkelijk gemaakt. Dura Vermeer is nu op zoek naar locaties. Volgens Van der Vegt is hergebruik goedkoper dan een nieuwe brug bouwen. Wie geïnteresseerd is, kan op Markplaats kijken in de rubriek Kunstwerken. Daar is de brug te vinden.