2019/9/27 - Circulaire herinrichting Apeldoornseweg Arnhem
De Apeldoornseweg in Arnhem is opnieuw ingericht. Circulariteit was uitgangspunt. Het bestaande asfalt van deze drukke in- en uitvalsweg is weggefreesd en met het toevoegen van nieuwe bitumen omgewerkt tot nieuw asfalt.
Daarmee is de Apeldoornseweg opnieuw geplaveid.In gesprek met BouwCirculair zegtSil Polman,senior projectleider Cluster Openbare Ruimte Gemeente Arnhem,datde ‘circulaire’herinrichting van de Apeldoornseweg de opmaat is voor een nieuwe, duurzamere manier van werken in Arnhem.
Interview: Wijnand Beemster
lees verder
De Apeldoornseweg is voor Arnhem een belangrijke hoofdontsluiting. De weg verbindt de A12 met de stad en wordt daardoor zwaar belast. Dagelijks maken circa 20.000 motorvoertuigen gebruik van de weg. Polman over de noodzaak om de weg te revitaliseren: “De verharding van de weg was toe aan groot onderhoud. Ook kent de weg verkeerstechnisch een aantal knelpunten. Daarnaast verkeerde de riolering in zo’n slechte staat dat deze vervangen moest worden. Naast de verharding en de riolering hebben we meteen ook de fietspaden, voetpaden en bushaltes verbeterd,en maatregelen getroffen om wateroverlast te voorkomen. Het streven was om al deze onderdelen zo duurzaam mogelijk uit te voeren met de focus op circulariteit.”
Vanwaar de opschaling?
“De gemeente Arnhem hecht veel waarde aan een duurzame omgeving voor haar inwoners. De bouw is een grote speler in het grondstoffengebruik en energieverbruik en produceert veel afval en CO2-uitstoot. De circulaire bouweconomie moet hier verandering in brengen. De gemeente Arnhem wilde dit terug zien in de uitvoering van het Apeldoornseweg-project.”
Hoe selecteerden jullie, hoe verliep de inschrijving?
“De aanbesteding vond plaats volgens de nationale, niet-openbare procedure voor werken met EMVI. Deze niet-openbare aanbestedingsprocedure bestond uit een selectie- en een inschrijvingsfase, waarna de gunning volgde.
Aan de inschrijvers werd gevraagd een plan van aanpak op te stellen met daarin een grondstoffenplan met daarin een zo circulair/duurzaam mogelijke verwerking van de vrijkomende grondstoffen asfalt, rioolbuizen en elementenverharding en hoe deze na verwerking weer toegepast zouden kunnen worden. Hierbij maakten we onderscheid in hoogwaardig hergebruik, recycling en laagwaardig hergebruik. De selectiecriteria werkten goed. Uiteindelijk zijn vijf aannemers geselecteerd.”
Waren er aanvullende eisen in het bestek?
“In het bestek zaten extra duurzaamheidseisen. Bijvoorbeeld over het door de aannemer en onderaannemers in te zetten materieel: wackers, trilplaten en aggregaten en doorslijpers moesten 100 procent emissievrijzijn. Omdat duurzaamheid (voor het eerst) de leidraad was in de aanbesteding bij aannemers, en niet de kostprijs, is ook gekeken naar transport. In aanvulling op de milieuzone stelde de gemeente eisen aan de in te zetten bestelwagens en zware voertuigen. De door de aannemer en onderaannemers in te zetten bestelwagens dienden minimaal aan de eis van Euro-5 norm te voldoen. Voor zware voertuigen gold als minimale eis Euro-V norm. En dieselgeneratorendienden plaats te maken voor elektrische aggregaten.”
Hadden jullie voldoende kennis in huis?
“Op basis van onze eerdere ervaringen hebben we met het projectteam zelf de criteria en eisenopgesteld voor circulariteit en duurzaamheid. Ons uitgangspunt was: circulariteit realiseren op basis van een RAW-bestek. Maar dat wringt op onderdelen. Een te slopen gebouw, is een gebouw vol grondstoffen. Waarom zou dat niet voor een weg kunnen gelden? Maar het standaardbestekis daar niet op afgestemd. In plaats van het afvalplan zoals gevraagd in het traditionele RAW-bestek wil je dat een grondstoffenplanwordt geformuleerd.Wij hebben dan ook voor zo’n opzet gekozen.”
Wat is de winst van een ‘circulaire’ aanbesteding?
“Deze wijze van aanbesteden heeft een besparing van 135 ton CO2-uitstoot opgeleverd. De vrijkomende materialen zijn op een zo hoog mogelijk wijze weer hergebruikt. Normaal gesproken maakt een inschrijver een financiële afweging of vrijkomende materialen weer hergebruikt worden tot secundaire toeslagmaterialen of dat primaire toeslagmaterialen worden gebruikt. Doordat je als gemeente al de keuze hebt gemaakt voor circulariteit, is het geen financiële afweging meer. Je moet hergebruiken op een zo hoog mogelijk niveau. Winst was ook dat aannemers zich in hun plan van aanpak zichtbaar konden onderscheiden op kwaliteit. Nog een winstpunt: doordat we werkten met een grondstoffenplan kom je in gesprek met de aannemer over circulariteit en krijg je inzicht in alles wat er vrijkomt en wat na verwerking weer toegepast kan worden. Ook gaande de uitvoering kom je dan samen met de aannemer tot slimme en innovatieve oplossingen. Dat heeft ertoe geleid dat we naast de betonstenen, -tegels en -banden ook betonnen rioolbuizen met minimaal 10 procent secundaire toeslagmaterialen in hebben gezet. Helaas waren de ontwikkelingen nog niet zo ver voor het grootschalig emissieloos inzetten van wackers, trilplaten, aggregaten en doorslijpers.”
Wat zijn (nog) hobbels?
“Over-all is onze ervaring met circulariteit in infra positief. Je merkt dat de markt volop in ontwikkeling is en dat marktpartijen positief reageren als een gemeente niet afwacht, maar duidelijk voor circulariteit kiest. Maar er zijn nog wel veel obstakels. Zo hebben we zelf moeten omschrijven wat wij onder hoogwaardig hergebruik, recycling en laagwaardig hergebruik verstaan. De markt hanteerthiervoor verschillende definities. Nog een hobbel is het traditioneel RAW-bestek zonder varianten. Het blijft lastig om binnen dat bestek innovaties vanuit de markt optimaal te benutten. Zo vragen we bijvoorbeeld in het bestek een PVC-rioolbuis. Het kan zijn dat een andere rioolbuis aantoonbaar duurzamer is. Alleen mag dat dan niet toegepast worden.”
U las zojuist een artikel dat is verschenen in BouwCirculair 3/2019. Download hier het magazine.