De Jong beton: bouwen voor 500 jaar - lees verder...

Op uitnodiging van De Jong Beton bracht BouwCirculair een bezoek aan hun atelier in Alphen (Noord-Brabant). Hier wordt architectonisch beton gemaakt; gevelbekleding, ultradunne balkons en prefab gevelelementen. Op alle mogelijke manieren wordt gekeken hoe deze betonproducten duurzamer geproduceerd kunnen worden.
Deze andere productiemethode vergt vakmanschap en doorzettingsvermogen, blijkt uit het verhaal van directeur Jan de Koning. Vooral omdat er hoge esthetische eisen gesteld worden aan een eigenzinnig materiaal. Maar, De Jong Beton zet door, omdat het ook ziet dat er op meerdere fronten veel winst te behalen is.

 

AUTEUR: KATJA VAN ROOSMALEN

 

lees verder

Jan de Koning is een man die zegt dat hij gestort is en niet geboren, iemand die geniet van de schoonheid van mooie architectuur en begaan is met de toekomst. “Voor mij is duurzaamheid gebouwen realiseren die we over 500 jaar nog steeds gebruiken en mooi vinden”, zegt hij. Een gebouw dat daarvoor in aanmerking komt is Riva Brussels.
Het appartementencomplex staat symbool voor de transformatie van Brussel-Noord en straalt robuuste elegantie uit door de natuurstenen gevel en subtiele betonnen elementen. “Kenmerkend zijn de slanke balkons en vloerranden die vervaardigd zijn uit architectonisch beton en slechts 3 cm dik zijn. Het is een noviteit die we met de aannemer ontwikkelden.
Meestal zijn de vloerranden onderdeel van het casco, maar hier zijn ze onderdeel van de gevelbekleding en worden ze – net als de natuursteen – middels een gevelophangsysteem aan het pand bevestigd.”

 

De ranke vormgeving valt overigens ook op bij de andere projecten die De Jong Beton uitvoert. Soms ogen de gevelelementen bijna fragiel. “Dit is een heel nieuwe ontwikkeling die mogelijk wordt door het vervangen van staalwapening door textiel- en carbonwapening”, legt De Koning uit. “Deze vezels zijn gedrenkt in een epoxy en zijn zo sterk dat ze in de huid van vliegtuigen worden gebruikt.”
Ook in de betonindustrie winnen textiel- en carbonwapening terrein, blijkt als hij verder praat. “Tijdens de Betondagen in Ulm zag je dat terug. Ik denk dat wel een derde van de sprekers inhaakte op carbonwapening. Dat komt omdat deze wapening zes keer sterker is dan staal en ons in staat stelt om dunnere elementen te maken en in het verlengde daarvan de milieufootprint te verkleinen. Bovendien roest deze wapening niet. Ook ik vind deze ontwikkeling heel interessant, ondanks de hogere prijs.” Om een idee te geven: de plinten in Riva Brussels zouden met traditionele wapening 1.500 euro kosten en dat wordt nu vier keer zo duur. Toch is de totale businesscase positief.
De regelgeving is nog niet aangepast, waardoor De Koning genoodzaakt was om met KIWA proeven te doen en middels de Eurocode de geschiktheid moest bewijzen. Maar volgens De Koning is het de extra inspanning waard. “Dit is geen tijdelijke trend. Ik denk dat textielwapening over tien jaar gemeengoed is, omdat het zowel vanuit het oogpunt van duurzaamheid als de architectuur veel mogelijkheden biedt.”

 

Aantoonbare milieuwinst
Het contact van De Koning met de betonketens inspireerde hem om de CO2-footprint van de producten verder te verlagen. “Andere wapening is een belangrijke component, maar we vervangen ook steeds meer CEM I voor CEM III (hoogovencement) én we passen betongranulaat toe.” Door die andere manier van werken en redeneren, heeft hij aantoonbaar veel milieuwinst geboekt. “Eén ton CEM I staat gelijk aan 1 ton CO2, terwijl 1 ton CEM III een halve ton CO2-uitstoot heeft.”
Een simpele omzetting, zou je in eerste instantie denken, maar dan komt het eigenzinnige karakter van CEM III om de hoek kijken. “Wij maken zichtbeton en de kleur is heel belangrijk. Een van de nadelen van hoogovencement is dat het blauw wordt. Die kleur verdwijnt als het veel met zuurstof in aanraking komt, maar dat kan jaren duren. Daarom moeten wij terughoudend zijn en we onderzoeken daarnaast welke andere fillers geschikt zijn.”

 

Oneffenheden door betongranulaat
CEM III is overigens niet de enige grondstof die hem uitdaagt. Ook werken met betongranulaat vereist oplettendheid en vakmanschap, laat hij tijdens de rondleiding zien. “Dit zijn bijvoorbeeld metselpuin en rubber afdichtingen die we terugvinden aan de stortzijde”, zegt hij tijdens de rondleiding, terwijl een van zijn medewerkers een stukje poreus mineraal aanreikt. “Door het andere soortelijk gewicht en de opwaartse kracht van beton, verzamelen deze vervuilingen zich aan de oppervlakte van het stortvlak.” Het verwijderen van deze oneffenheden is arbeidsintensief. “We hebben vorig jaar een paar steekproeven uitgevoerd. Wat we terugvonden in het betongranulaat zijn deeltjes metselsteen, roet, plastic en ijzerdraad. Zou je alleen de getallen bekijken dan valt het mee. In de eerste steekproef met 14.360 korrels zijn 50 foutieve betongranulaatkorrels en een ijzerdraad aangetroffen, in de tweede, met 9.731 korrels, 15 foute korrels. Dat is procentueel verwaarloosbaar, maar bij een gemiddeld balkon komen er wel 106 foute korrels naar de oppervlakte drijven. Die moeten we handmatig en door rollen, spanen en schuren verwijderen. Ik zou daarom graag zien dat betongranulaat in de toekomst schoner wordt.”

 

Vervuiling en verspreiding van materialen
Het zuiver houden van materialen is sowieso een onderwerp dat De Koning aan het hart gaat. Met lede ogen ziet hij aan dat organisch materiaal – denk aan olifantsgras – en plastic fibers verwerkt worden in beton. Om ecologisch beton te maken heb je een hoge pakking nodig. Elke procent holte geeft 10 procent sterkteverlies. In de korrelopbouw is plastic fiber en olifantsgras gewoon een gat. Vanuit dat licht bezien is het volgens hem veel verstandiger om organische en minerale grondstoffen gescheiden te houden. “Vervuiling en verspreiding van materialen is een onderschat probleem. Dan doel ik niet alleen op de plastickorrels in het Noordpoolijs, maar ook op vervuiling die we onbewust veroorzaken. Plastic of organisch materiaal verwerken in beton is niet nodig, het leidt ertoe dat beton in de toekomst moeilijk recyclebaar is én bovendien tast het de eigenschappen van het beton aan. Liever zie ik een goede discussie met afspraken in de betonketen welke materialen gebruikt mogen worden, zodat we daar in de toekomst onze waardevolle materialen bij elkaar houden en hergebruiken.”

 

U las zojuist een artikel dat is verschenen in BouwCirculair 3/2019. Download hier het magazine.