Inschrijvingsleidraad
Een circulaire economie is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen in de verschillende schakels van de productieketen: van de winning van grondstoffen tot consumptie. Grondstoffen dreigen schaars te worden door een groeiende bevolking en toenemende welvaart in de wereld. Hierdoor wordt het steeds belangrijker om de beschikbare grondstoffen zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
De opdrachtgever wil het project op een circulaire wijze laten slopen, waarbij de sloopaannemer de verplichting aangaat om zoveel mogelijk vrijkomende materialen hoogwaardig te hergebruiken, te sorteren en te recyclen.
Circulair slopen is een proces waarbij alle betrokken partijen op zoek gaan om zo verantwoord mogelijk om te gaan met de vrijkomende sloopmaterialen. In het sloopbestek en het sloop- en scheidingsplan van de sloopaannemer wordt de wijze van selectieve sloop en afvoer van de sloopmaterialen vastgelegd.
Viertrapsraket
Circulair slopen kent conform de aanpak van de circulaire economie een viertrapsraket. In afnemende volgorde van duurzaamheid:
- Verlengen levensduur van materialen: de levensduur van het materiaal in het project wordt verlengd door reparatie, flexibel bouwen etc. Dit vraagt dat bij het ontwerp van het gebouw of object hier al rekening mee gehouden wordt.
- Elementen demonteren en opnieuw gebruiken. Als dat mogelijk is, dan wordt het gebouw of object en de elementen gedemonteerd en worden de elementen elders opnieuw gebuikt. Ook dit vraagt al bij het ontwerpen dat er demontabel wordt gebouwd.
- Het materiaal recyclen in een nieuw product: het project wordt selectief gesloopt en het vrijgekomen materiaal wordt gebroken en gerecycled in nieuwe producten.
- Het materiaal downgraden: bijvoorbeeld het betonpuin (vaak gemengd met ander steenachtig bouw- en sloop afval) wordt gerecycled als funderingsmateriaal (menggranulaat) voor bijvoorbeeld wegen.
Meer circulariteit
In het project worden de inschrijvers middels een EMVI / BPKV gestimuleerd om tot een nog duurzamere invulling te komen. Voor dit onderdeel zijn richtlijnen en kaders gegeven die door inschrijver geconcretiseerd dienen te worden voor dit werk.
De sloopaannemer dient voor het project het volgende aan te geven:
- Stoffeninventarisatie conform BRL SVMS-007:
Gevraagd: de sloopaannemer verstrekt een overzicht van de te scheiden materialen en producten op basis van de stoffeninventarisatie conform de BRL SVMS-007. Tevens geeft de aannemer aan hoe deze verwerkt en/of voor hergebruik worden aangeboden door middel van een scheidingsplan overeenkomstig par. 4.3.5 lid 8 van de BRL SVMS-007 en een stoffenverantwoording overeenkomstig par. 4.3.2 van de BRL SVMS-007.
De aannemer dient expliciet in de stoffeninventarisatie te vermelden aan welke recyclers/verwerkers de vrijkomende materialen aangeboden worden. - Circulariteit van materialen:
Gevraagd: van de geselecteerde materiaalstromen in het project dient een zo groot mogelijk percentage van de verkregen materialen van het werk opnieuw ingezet te worden als materiaal voor het produceren van nieuwe producten. Geef specifiek en alleen voor de geselecteerde deelstromen het niveau van circulariteit, uitgedrukt in een percentage van de totale deelstroom uit het werk, aan.
Maak deze uitkomst toetsbaar voor de gemeente
De opdrachtnemer dient hiervoor afspraken te maken met de afnemer voor het kunnen volgen of traceren van de grondstoffen tot het moment dat deze weer wordt ingezet voor het produceren van beton. Dit kan door het gepaard laten gaan van alle vrijgekomen materialen met project gemarkeerde afleveringsbonnen op basis waarvan de grondstofstromen traceerbaar zijn.
De waardering is hoger in het geval er meer materiaal circulair wordt behandeld (gewichtspercentage), oftewel er komt meer van de vrijkomende materialen terug in nieuw materialen.
Vraag het protocol circulair slopen aan via:
Fout: Contact formulier niet gevonden.