Friesland in 2025 in top 3 Europese ontwikkelregio’s op gebied van circulariteit

Bouma is sinds twee jaar adviseur Circulariteit & Duurzaamheid bij de provincie Friesland en sinds een half jaar vanuit die functie bezig met infra en daar nu de meer beleidsmatige specialist circulaire economie. Hij heeft deelgenomen aan de training Circulair Contracteren van BouwCirculair, organiseerde in december een circulaire workshop voor collega’s bij de provincie en is bezig met de implementatie van het Moederbestek met de aanvullingen van BouwCirculair.

 

Dreis is materiaaldeskundige bij de provinciale waterstaat van Friesland. Beiden zijn gepassioneerd en uiterst gedreven om Friesland te veranderen in een provincie met een baanbrekende positie in circulair Europa.

 

Lees verder

BouwCirculair
Op weg naar de Europese top 3 heeft Friesland verschillende stappen gezet. Zo is de provincie voor circulaire infra gaan samenwerken met BouwCirculair: “Ons lidmaatschap van BouwCirculair – en zijn voorloper, Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland/Noorden Duurzaam met DirkJan Bours – begon in 2013 en was in feite een uitvloeisel van de Friese grondstoffenagenda.” Het bijzondere van die samenwerking was dat al vrij snel circulaire infraprojecten van de grond kwamen. Dreis noemt de aanleg van een betonnen fietspad tussen Sneek en Jutrijp in 2015. “Een van de eerste projecten waarbij hergebruik van betongranulaat een rol heeft gespeeld.” Vanuit dat eerste project trok de provincie de lijn door naar andere circulaire infraprojecten. Op dit moment loopt een serie van vijf pilotprojecten met circulaire infra, van fietspaden tot tunnels. Onlangs is ook de brug Ritsumasyl opgeleverd, een beweegbare biocomposiet fietsbrug over het Van Harinxmakanaal. Bouma noemt ook nog het fietspad in Jelsum. In het asfalt is hier cellulose verwerkt als vulmiddel. Die cellulose is afkomstig uit een nabije rioolwaterzuiveringsinstallatie en ontstaan door afvangst en verwerking van wc-papier.

 

Moederbestek met aanvullingen
Voor aanleg en onderhoud van circulaire infraprojecten werkt de provincie met aanbestedingen op basis van KPI’s. Bouma: “We gebruiken het Moederbestek en de aanvullingen daarop.
Voor asfalt zijn die aanvullingen al klaar, voor beton komen ze eraan. Zo hebben we met dat Moederbestek de beschikking over een document voor een gestandaardiseerde uitvraag voor zowel aanleg als onderhoud van circulaire infra.” Dreis: “Door de uitvraag eenduidig te maken weten marktpartijen waar ze aan toe zijn en krijgen ze niet van iedere opdrachtgever weer een ander recept voorgeschoteld. Belangrijk is ook dat de provincie in het gebruik van het Moederbestek met aanvullingen een voortrekkende rol vervult.”

 

Samenwerking
Dreis en Bouma hameren op het belang van samenwerking, van overheid en markt, en daarin vervult BouwCirculair als verbinder een duidelijke functie. “Door markt en opdrachtgever bij elkaar te brengen ontstaan win-win situaties. Als overheid zijn wij prima in staat om een uitvraag te formuleren. Maar krijgen we zo het beste resultaat? Overleg met marktpartijen brengt je echt verder en levert meer op. Je mobiliseert kennis en ervaring die je zonder dat overleg niet benut.” Bouma komt met een voorbeeld: “Voor de herinrichting van de N381 hadden we ambities met circulair asfalt. Een percentage van 50 procent het verwijdere asfalt moest opnieuw gebruikt worden bij de aanleg van de nieuwe weg. We hadden daarvoor een percentage opgegeven. Wij dachten: dat is het maximum. Neen, zei de aannemer, het percentage hergebruik kan nog extra worden opgevoerd. En dat hebben we gedaan. Wat je van zo’n casus leert, is: je moet niet alles vooraf tot op de komma gaan voorschrijven. Laat projectpartners meepraten, zo bereik je een optimaal resultaat.”

 

Uitvoeringsprogramma
Om het draagvlak voor samenwerking ook op bestuurlijk niveau te verbreden en zo momentum te creëren voor circulariteit in infra ondertekent de provincie binnenkort het uitvoeringsprogramma betonketen Fryslân. Dreis en Bouma hebben hoge verwachtingen van dat programma. Maar ze wijzen erop dat betrokkenen ook zelf aan de slag moeten om circulariteit op een hoger plan te brengen. Bouma wijst erop dat successen in circulariteit ontstaan door trial and error: “Je moet durven experimenteren. Niet bang zijn dat iets niet zal lukken. Je ontwikkelt iets dat er nog niet was.” Dreis knikt instemmend: “Je moet het initiatief durven nemen. Een belangrijke les die ik heb geleerd is: betrek je collega’s bij je plannen, ook leidinggevenden en bestuursleden – en probeer een zo breed mogelijk draagvlak binnen je organisatie te bewerkstelligen. Je gaat dan misschien minder hard maar je komt wel verder in je doelstellingen, je bereikt meer.”