2025/2/18 - Duurzame damwanden: van noodzaak naar praktijk in de Rotterdamse haven


 
In de Rotterdamse haven wordt volop geëxperimenteerd met duurzame damwanden, waarbij het Havenbedrijf Rotterdam kijkt naar de mogelijkheden van hergebruik van staal. Het doel is om de ecologische impact van de haveninfrastructuur te verkleinen, zonder in te boeten op veiligheid en kwaliteit. Hoe haalbaar is dit in de praktijk en wat zijn de kansen en uitdagingen bij het hergebruik van damwanden? We spraken staalspecialist Daan van der Gaag hierover. “Wij hebben een enorme hoeveelheid staal in onze haveninfrastructuur, en dat betekent dat we een grote kans hebben om hier duurzamer mee om te gaan.”

Waarom duurzame damwanden?

Damwanden zijn essentieel voor de stabiliteit van kades, oevers en waterbouwkundige constructies. Traditioneel worden deze wanden van nieuw staal gemaakt, maar dat brengt flinke milieukosten met zich mee. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft ambitieuze doelen gesteld: 25 procent CO?-reductie in 2030 en volledige klimaatneutraliteit in 2050. Om dat te bereiken, wordt gekeken naar duurzamere alternatieven.

“Staal is een fantastisch materiaal, maar het produceren ervan kost gigantisch veel energie”, legt Van der Gaag uit. “Hergebruik is daarom een van de meest directe manieren om de milieu-impact te verminderen.” Toch is het hergebruiken van damwanden geen vanzelfsprekende keuze. In de praktijk zijn er grote verschillen in kwaliteit en beschikbaarheid, waardoor niet elke plank geschikt is voor hergebruik. “Sommige planken komen uit een project en kunnen direct opnieuw worden ingezet, maar anderen hebben flinke slijtage of zijn gecoat met materialen die we tegenwoordig niet meer willen gebruiken, zoals chroom-6”, zegt hij.

Een andere uitdaging is dat hergebruikte damwanden vaak niet dezelfde afmetingen meer hebben als nieuw geproduceerde damwanden. Vooral grote partijen lange damwandplanken van 24 meter zijn schaars op de hergebruikmarkt. Ook het aantonen van de kwaliteit is een uitdaging. Hierdoor is inzet van hergebruikte damwandplanken voor grote kademuren nog toekomst. “We moeten dus projectgericht kijken waar hergebruik wel haalbaar is. Bij constructies met kortere planken, zoals bij de Tuimelkade, kunnen we het goed toepassen”, aldus Van der Gaag.

Praktijkcase: hergebruik in de Tuimelkade


De Tuimelkade is een van de eerste grote projecten in Rotterdam waarbij volledig is ingezet op circulaire damwanden. Hier wordt ruim een kilometer aan hergebruikte planken toegepast. “We hebben aannemers en leveranciers actief laten zoeken naar geschikte materialen”, vertelt Van der Gaag. “Daarbij hebben we een protocol opgesteld waarin we duidelijke eisen stellen aan de planken zoals minimale sterkte, wanddikte en conservering.”

Door deze aanpak zijn hergebruikte planken voor dit specifieke project net zo betrouwbaar als nieuwe, maar met een aanzienlijk lagere milieu-impact. “We werken met strikte kwaliteitscontroles. Zo meten we of de planken nog de juiste dikte en sterkte hebben, of er beschadigingen zijn en of ze goed aansluiten. We willen geen concessies doen aan de veiligheid.”

Daarnaast wordt nauwkeurig gekeken naar conservering. “Als een plank vol roestplekken en putjes zit, is de levensduur beperkt. Je kunt hem dan wel opnieuw coaten, maar als de basis slecht is, heeft dat weinig zin”, zegt Van der Gaag.

Uitdagingen en spanningsvelden

Ondanks de voordelen van hergebruik, is de praktijk weerbarstig. Een van de grootste struikelblokken is het economische aspect. “Hergebruik lijkt op papier goedkoper dan nieuw staal, maar er komen veel extra handelingen bij kijken”, legt Van der Gaag uit. “De planken moeten gereinigd, geïnspecteerd en eventueel bewerkt worden. Dat kost tijd en geld. Voor aannemers is het vaak makkelijker en sneller om gewoon nieuwe planken te bestellen.”

Ook speelt het spanningsveld tussen opdrachtgevers en leveranciers een rol. “We willen hergebruik, maar dan wel planken die zo goed als nieuw zijn. Dat is een paradox: je kiest voor tweedehands materiaal, maar verwacht nieuwstaat. We moeten als sector leren omgaan met het feit dat hergebruikt materiaal niet perfect is, maar wel functioneel voldoet.”

Een bijkomende uitdaging is dat het aanbod van herbruikbaar materiaal niet oneindig is. “We zien nu al dat ons depot met herbruikbaar buismateriaal bijna leeg is. Als we minder slopen en duurzamer bouwen, komt er ook minder tweedehands materiaal vrij. Dat betekent dat we goed moeten nadenken over de toekomst van circulair bouwen.”

De toekomst van duurzame damwanden

Om circulair bouwen structureel mogelijk te maken, is samenwerking essentieel. Bijvoorbeeld binnen de werkgroep Hergebruik stalen damwanden vanuit Bouwen met Staal wordt gewerkt aan een uniforme richtlijn voor het hergebruik van damwanden.

“We zitten nog in de fase van pionieren, maar uiteindelijk zal er een standaard komen waar de hele sector mee kan werken”, zegt Van der Gaag. “Dat vraagt om lef en experimenteren. Wij als Rotterdamse haven doen dit en we hopen dat anderen volgen.”

Daarnaast wordt gekeken naar de verduurzaming van nieuw staal. “We praten met staalproducenten over schonere productieprocessen, maar dat vraagt enorme investeringen en gaat niet van vandaag op morgen. In de tussentijd is hergebruik de meest effectieve manier om CO?-uitstoot te verminderen.”

Conclusie: Rotterdam zet de toon voor circulair bouwen

De Rotterdamse haven laat zien dat duurzame damwanden niet langer toekomstmuziek zijn, maar nu al in de praktijk wordt gebracht. Ondanks uitdagingen op het gebied van kosten, beschikbaarheid en kwaliteitsborging, biedt hergebruik grote kansen op het gebied van CO?-reductie, materiaalbesparing en innovatie.

“Dit is geen tijdelijke trend, maar een noodzakelijke ontwikkeling”, besluit Van der Gaag. “Door slim samen te werken en onze eisen goed af te stemmen, kunnen we een haven bouwen die niet alleen economisch sterk, maar ook duurzaam is. En dat is een toekomst waar we allemaal baat bij hebben.”

Meer info?

Havenbedrijf Rotterdam neemt deel in de BouwCirculair staalketen. Ook meedoen? Meld je hier aan /a>.
 
Tekst: Laura Vliek