2024/7/8 - Radboud van der Linden (gem. Utrecht): 'Als je vooruit wilt, moet je zoeken naar de gemeenschappelijk baat'

Op 30 oktober 2023 ondertekenden verschillende organisaties, waaronder de gemeente Utrecht, het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Als koploper van SEB zet Utrecht mooie stappen om emissieloos bouwen de nieuwe standaard te maken. Radboud van der Linden, programmamanager bij de gemeente Utrecht, deelt de aanpak en de eerste ervaringen.

Wat was de overweging om het convenant SEB te ondertekenen?

In juni 2023 leerden we over het convenant. We zien het convenant als een stip aan de horizon en een route daar naartoe. In het convenant is al nagedacht hoe we deze ambitie met z’n allen gaan realiseren, op een manier die je prettig vertaalt naar de werkelijkheid en praktisch is. Het is meteen een haakje voor het bestuur; je kan er op sturen.

Dit past goed bij ons eigen programma, dat 4 sporen omvat: stimuleren (via minimumeisen en gunningscriterium), faciliteren (laadinfra en advies), communiceren (marktdialogen) en weren (verouderder dieselmachines publiekrechtelijk verbieden). En een extra bonus is natuurlijk dat er subsidie beschikbaar is!

Waarom is er besloten om koploper te zijn?

Dat heeft onder andere te maken met het feit dat we een G4-gemeente zijn. We hebben een grote portefeuille, met grote opdrachten en langjarige raamcontracten. Zo spelen we ook een belangrijke rol voor een regionale aannemer, die al eerder een investeringsbeslissing moet nemen. Als grotere gemeente kunnen we zo verantwoordelijkheid pakken om de weg vrij te maken voor andere gemeenten, die meeprofiteren van het uitstootvrije materieel.

Welke voordelen ziet de gemeente Utrecht als medeondertekenaar?

Allereerst is het fijn dat het college direct een besluit nam over de inkoopeisen. Dat geeft helderheid en duidelijkheid. Utrecht kiest ervoor de inkoopeis niet in een enkel koploperproject toe te passen, maar groeit deze aanpak toe via de inkoopvoorwaarden naar alle projecten. Daarmee is emissieloos werken geen uitzondering meer, maar wordt het de nieuwe standaard. Zelfs met relatief lage eisen aan alleen klein materieel krijgen we al snel massa. En dus ook snel effect op gezondheid. Het draagt bij aan betere luchtkwaliteit en veroorzaakt minder stank, geluid en trillingen.

We horen van aannemers dat ze niet zomaar een elektrisch apparaat willen kopen voor één pilotproject. We willen niet dat ze denken “die gemeente Utrecht moet weer zo nodig iets duurzaams”, en dat die machine vervolgens in de schuur blijft staan. Een aannemer is erbij gebaat dat materieel zoveel mogelijk draaiuren maakt. Daarmee gaan de verdiensten omhoog, en de meerkosten worden structureel lager. Daarom willen we in zo veel mogelijk projecten de eisen toepassen, en liefst met meer (regio)gemeenten.

Wat is de sleutel tot het succes als het gaat om schoon en emissieloos bouwen?

De sleutel voor de komende jaren is dat we samen meer kennis opdoen van elektrisch laden. Dat is een belangrijke hersenkraker: elke bouwvakker kan immers diesel in een tank gooien, maar wanneer een elektrisch apparaat niet werkt moet er een elektricien langskomen. En je moet leren plannen om accu’s maximaal te benutten. Waar je vroeger gewend was om 2 ton zand weg te scheppen, doe je nu de helft als je moet wachten op een volle batterij.

Als opdrachtgever heb je een rol om mee te denken en verantwoordelijkheid te pakken. Bij zowel de laadinfrastructuur als meerkosten is het nog een beetje een grijs gebied. Er is een enorme bandbreedte qua meerkosten, afhankelijk of je bijvoorbeeld kan aansluiten op een bestaande stroomaansluiting of dat je heen en weer moet rijden met accu’s. En in Utrecht hebben we te maken met netcongestie. Veel bedrijven willen best werken met kleinere machines, maar voor elektrische vrachtwagens heb je toch serieuze, zwaardere, laadcapaciteit nodig. Dom laden is geen optie meer: we moeten slim en netbewust leren laden.

De sleutel daarin is om samen te werken met je opdrachtnemer. Doe een laadscan vooraf: waar zit stroom rondom het project? Leer je stad kennen: waar zitten stroompunten? Is er bijvoorbeeld een park waar regelmatig een festival of kermis is met een zware elektriciteitsaansluiting? Zo krijg je ook een faciliterende rol richting je opdrachtnemer.

Hoe werken jullie samen met andere gemeenten?

We zijn in gesprek met omliggende gemeenten, bijvoorbeeld over de verbinding tussen verschillende industriegebieden. Naast het convenant van SEB zit in het Utrechtse convenant namelijk ook het doel om minder bouwlogistiek te hebben. Je kunt je bussen vervangen voor elektrische varianten, maar als je bus helemaal niet meer hoeft te rijden heb je nog meer winst. Twee fossiel vervangen voor één, of de helft op boten laten vervoeren in plaats van op de weg, zijn ook manieren. We proberen dus ook vanuit een andere invalshoek te denken. Om niet alleen de koplopers te bedienen, maar ook het peloton van (onder)aannemers, hopen we andere (regio) gemeenten te enthousiasmeren om aan te sluiten en ook hun aannemers te stimuleren emissieloos te werken.

Wat zijn jullie eerste ervaringen met schoon en emissieloos bouwen?

Begin 2024 is de minimumeis ingevoerd voor kleiner materieel (<19 kW), hoewel dit volgens het convenant pas in 2028 hoeft te gebeuren. We hebben dit al toegepast in meerdere koploperprojecten en aanbestedingen om te zien wat de reacties zijn en of er protest ontstaat. We zien uit die aanbestedingen, en uit enquêtes en marktgesprekken, dat zowel grote als kleine bedrijven hieraan goed kunnen voldoen. Per 1 juli wordt deze norm definitief ingevoerd in alle projecten. Tot nu toe zijn er geen significante meerkosten gebleken uit de projecten waarin deze minimumeis is toegepast. Dit is goed nieuws voor het MKB, want de norm lijkt haalbaar.

Voor grotere projecten met een gunningscriterium gaan we de uitwerking hiervan evalueren. We zien al projecten waarin 100% zero-emissie (ZE) wordt aangeboden. Daar komen wel zeker aanzienlijke meerkosten om de hoek kijken. Dit jaar dient als eerste uitvoeringsjaar, waarna we de gemiddelde score zullen bekijken om te bepalen of de portefeuille brede toepassing van minimumeis en gunningscriterium voldoende is om aan de inspanningsverplichting te voldoen.

Wat zou je gemeenten willen meegeven die overwegen het convenant te ondertekenen?

Doe het in één keer en in één keer goed. Het tempo, basis of koploper, kies je zelf. Als het risico voor je gevoel te groot is, kies dan voor basis. Realiseer je dat dit convenant een van de weinige landelijke duurzaamheidsprogramma’s nog is waar je als gemeente meerjarige iets kan ophalen, aan kennis en subsidie. Dit convenant geeft je toegang om extra financiering te krijgen om projecten te dekken. Als je verduurzamingsambities hebt, pak dan in ieder geval deze!

Daarnaast is het van belang om de verbinding te zoeken. Als je partners en bedrijven in beweging wilt krijgen, kan je dat zakelijk onderhandelen. Maar als je vooruit wilt, moet je zoeken naar de gemeenschappelijke baten. Zowel een gemeente als opdrachtnemers hebben eigen belangen en dat is prima, maar ons inziens draait het vooral om: het vergroten van meer draaiuren van die machines. Dat willen we allemaal namelijk. Hoe meer uren dat apparaat draait, hoe lager de meerkosten per uur. En hoe betaalbaarder het wordt voor opdrachtgevers. Hoe vaker en meer je uitvraagt, hoe beter. Ook al is het klein.

Hoe heb je het bestuur enthousiast gekregen?

Het bestuur was enthousiast over de plannen, maar binnen de ambtelijke organisatie waren er zorgen. Vooral de diensten en afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van projecten vonden dat het te snel ging, gezien de werkdruk en het personeelstekort. Er was bezorgdheid dat dit extra werk zou opleveren. Het was belangrijk om de risico’s te communiceren aan het bestuur en hen ervan bewust te maken dat draagvlak nodig is voor een succesvolle uitvoering van het duurzaamheidsbeleid.

Om duurzaamheid succesvol te integreren, werd voorgesteld om het niet als iets extra’s te zien, maar als een natuurlijk onderdeel van de projecten. Dat is ook de behoefte vanuit de sector: hou het langjarig vol, en verander niet telkens de spelregels. Mijn team ziet het ook als een wedstrijd: zoveel mogelijk geld binnenhalen voor de projectleiders, zodat zij met hun aannemers dit geld direct kunnen inzetten. Zo wordt duurzaamheid een vanzelfsprekend onderdeel van het werk.

Contact

Heb je een vraag aan Radboud of aan zijn collega’s? Neem dan contact op via emissieloosbouwen@utrecht.nl.